Standpunten

De minister van Infrastructuur en Waterstaat, minister Harbers, streeft er naar om Lelystad Airport in 2024 te openen. Het ziet er inmiddels naar uit dat dit niet zal plaatsvinden. Op 30 januari 2024 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om Lelystad Airport voor vakantievliegbestemmingen niet te openen. Dit is nog niet het sluitstuk van de besluitvorming. In de formatie kan e.e.a. anders komen te liggen, maar waarschijnlijk lijkt dit op dit ogenblik niet. 

De Stichting heeft zich de afgelopen jaren op het standpunt gesteld niet tegen de openstelling van Lelystad Airport te zijn. Wel vindt de Stichting dat aan de vliegroutes dusdanig vorm gegeven moet worden dat zij zo min mogelijk hinder voor de burger genereren. Vermijden van ernstige plaatselijke hinder en schade voor de recreatie-economie, het milieu en de bebouwde omgeving moet voorrang krijgen bij het bepalen van de vliegroutes en de vlieghoogte.

Als het vliegveld inderdaad niet wordt opengesteld behoeft de niet-voorkeursvertrekroute niet verder besproken te worden. De situatie tot 30 januari 2024 was dat West-Friesland na opening van Lelystad Airport te maken zou krijgen met de niet-voorkeursvertrekroute VOLLA (voorheen aangeduid als de B+ vertrekroute out-10). Deze route zou alleen gebruikt worden als er Defensie-oefeningen zouden plaats vinden bij Breezanddijk, waardoor de voorkeursvertrekroute IDRID over een groter deel van het IJsselmeer niet gebruikt zou kunnen worden. Vliegtuigen op de vertrekroute VOLLA zouden eerst een bocht over de Noordoostpolder maken, dan het IJsselmeer oversteken, Andijk passeren en een groot deel van West-Friesland richting Noord- en Zuidwesten (o.m. Londen) doorkruisen.

Aanvankelijk werd deze route aangekondigd als “tijdelijke oplossing” voor 10.000 vliegbewegingen per jaar vooruitlopend op de herziening van het luchtruim., waarbij tot verontrusting  van omwonenden een minimum vlieghoogte van 6.000 voet (circa 1.800 meter)  zou worden voorgeschreven om geen hinder voor het vliegverkeer van Schiphol te veroorzaken. Deze “tijdelijke oplossing” zou, zo werd aanvankelijk gesteld, op generlei wijze bepalend zijn voor de vraag waar deze tijdelijke route na de luchtruimherziening zou komen. 

Na indringende, goed gefundeerde kritiek wijzigde toenmalig minister van Infrastructuur en Verkeer , minister van Nieuwenhuizen, de plannen voor onder meer deze vertrekroute. Hiertoe werd besloten om het criterium los te laten dat het vliegverkeer op en van Schiphol in alle gevallen voorrang zou krijgen op dat van Lelystad. Vliegtuigen op en van Lelystad Airport, zo werd gesteld, krijgen de mogelijkheid om hoger aan te vliegen en “in nagenoeg alle gevallen” ongehinderd te klimmen op de B+ aansluit routes, waaronder out-10 (nu VOLLA). Hoewel geen antwoord werd gegeven op de vraag of deze oplossing bij meer dan 10.000 vliegtuigbewegingen bruikbaar zou zijn – de herziening van het luchtruim zou hiervoor een oplossing moeten brengen – werd vervolgens besloten om vooruitlopend op de luchtruimherziening de “tijdelijke B+ vertrekroute OUT-10 deze route permanent te maken. Er werd daarbij wel verzekerd dat elke wijziging die in het kader van de Luchtruimherziening zou plaats vinden alleen tot verbetering van de route zou moeten dienen.

Inmiddels was duidelijk geworden dat vraagtekens gezet moeten worden bij de verzekering dat “in nagenoeg alle gevallen” ongehinderd zal kunnen worden geklommen op de vertrekroute VOLLA. Immers, vliegverkeer van Lelystad heeft op deze niet-voorkeursroute invloed op het verkeer in het Schipholgebied. Om deze invloed zo min mogelijk te laten zijn, zijn hoogtes vastgesteld waarop het verkeer tussen verkeersleiders wordt overgedragen. De afspraak is intern gemaakt dat het verkeer afkomstig van Lelystad van de luchtleiding Lelystad aan die van Schiphol wordt overgedragen op de hoogte van FL060/6.000 voet (circa 1.800 meter)  in de nabijheid van Andijk. Echter, de Schiphol-verkeersleider zou bijna altijd (afhankelijk van de verkeerssituatie) aan de overdragende verkeersleider kunnen vragen het verkeer al eerder te laten klimmen, omdat daarmee invloed op het Schipholverkeer zo klein zou zijn. Als de verkeersleider Schiphol dit verzoek zou doen klimt het verkeer door boven het IJsselmeer en zou het – naar van de Rijksluchtvaartdienst werd vernomen – naar verwachting op ongeveer FL110/11.000 voet (circa 3.300 meter) Andijk passeren.

Dus een aanvaardbare oplossing? Of de hinder ernstig wordt hangt dus af van het besluit in elk afzonderlijk geval van de verkeersleider Schiphol. Enerzijds heeft hij belang bij wegwerken van vliegtuigen afkomstig uit Lelystad naar de hogere luchtlagen, anderzijds werken verkeersleiders, volgens informatie van piloten, graag volgens vaste protocollen. Wat zal de verkeersleider kiezen, zonder verdere aanwijzing: voorrang geven aan verkeer van Schiphol of Lelystad?  Een ervarings-gegeven is dat vliegtuigen afkomstig van Schiphol de gemeente Medemblik in oostelijke richting benoorden Andijk passeren op 3.500 – 4.000 meter.

Voor beantwoording van deze vragen – en het zoeken naar oplossingen die de hinder minimaliseren – is een goed opgezet participatietraject nodig. Dit is nog niet gewaarborgd. De voorkeursbeslissing Herziening van het Luchtruim omvat een Code Maatschappelijke Participatie waarbij inbreng vanuit de maatschappij (maatschappelijke organisaties, bewoners en bedrijven) gedurende het gehele planproces wordt meegenomen, maar dat afstemming met de gemeenten via de provincies plaatsvindt. Van de provincie Noord-Holland is in antwoord op vragen van de leden mr. E.J. van der Maas en B.G.P. de Wit (beide VVD) duidelijk geworden dat de provincie zich niet in de rol herkent die de minister  toedeelt aan de provincie. 

Uitgangspunt voor de Stichting is dat de uitvliegroutes in noord- en zuidwestelijke richting (IDRID en VOLLA) tijdelijk dienen en dat bij de luchtruim herziening actief naar betere varianten dient te worden gezocht. Hierbij zouden plaatselijke effecten op grotere afstand van Lelystad Airport in kaart gebracht moeten worden en zou overleg met gemeenten en maatschappelijke groeperingen moeten worden gezocht. 

Voor opening moet in de tijdelijke situatie worden zeker gesteld dat:

  • op het gehele traject van de vertrekroute VOLLA over de Noordoostpolder en Andijk naar de Noordzee ongehinderde, commercieel optimale klim mogelijk is;
  • VOLLA uitsluitend zal worden gebruikt wanneer daadwerkelijk sluiting van IDRID voor militaire oefeningen nodig is

Daarnaast moet ervan afgezien worden om het vliegverkeer in zuidwestelijke richting vanaf Lelystad Airport via het noordwesten te leiden. Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn het vliegverkeer vanaf Lelystad op Londen en omstreken (op de breedtegraad van Zeeland) anders dan boven Noord-Holland af te wikkelen!

Wij keren ons tegen laagvliegen boven Westfriesland. Hoger vliegen kan! Dus doen!